Gerrit Rutten Timmer
Gerrit Rutten Timmer,
geb. op 26-12-1714 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 26-12-1714 te Huijsen,
ovl. te Huijsen; <= 1776,
, -
ORA-184-3181; 21-06-1776.- Vader:
Ruth Jansz Timmer, zn. van Jan Tijmensz Timmerman en Aeltge Jelis ,
geb. in 1671 te Huijsen; ORA-184-3219; 16-04-1734: Rut Jansz Timm,
Gereformeerde Gemeente,
ovl. in 1744 te Huijsen,
, -
RUT JANSZ TIMMER
Huizen Koptienden (1700-58 1742-34):
1700-58: v. Jacob Gijsbertsz Bout 4 cop 1/2
- v. Pieter Jansz Schram 3/4
1701-58: v. Freeck Jacobsz Vos 3 cop 3/4
- Situatie: 1 Spt 1/4
1704-58: v. Willem Jansz Boor 5 cop
- Situatie: 1 Spt 5 cop 1/4
1709-58: v. Jannetje Aarts 3 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 1 cop
1711-38: v. Pieter Jansz Boor 3 cop
- v. Claes Gijsbertsz Bout 1 Spt 5 cop
- Situatie: 4 Spt 1 cop
1712-38: v. Hendrick Ebben 2 Spt 2 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 3 cop 3/4
1714-38: v. Jacob Hendrick Jacobsz 3 cop
- Situatie: 6 Spt 6 cop 3/4
1717-34: v. Peter Lambertsz Smit 6 cop 1/2
- op Lammert Ceelwigh Schout 4 cop
- Situatie: 7 Spt 1 cop 1/4
1719-34: v. Lubbert Jacobsz 2 cop
t/m 1720-34 Situatie: 7 Spt 3 cop 1/4
1721-34: Romijns op Numeriek Er staat: 7 Spt 3 cop
- v. Cornelis Cornelis Cornelisz 7 cop
- Situatie: 8 Spt 2 cop 1/4
1722-34: op De Hr. Jacobus van Hoorn 1 Spt 5 cop
- Situatie: 6 Spt 5 cop 1/4
1723-34: v. Lambert Jacobsz Killewigh 2 Spt 6 cop 1/2
- Situatie: 9 Spt 3 cop 3/4
1724-34: v. Claes Gijsbert Bout 4 cop 3/4
- Situatie: 10 Spt 1/4
1725-34: Er staat: 10 Spt 1/2
- op Hr. Jacobus van Hoorn 1 Spt
- Situatie: 9 Spt 1/2
1727-34: v. Klaas Jansz Groen tot Naarden 6 cop 1/4
- Situatie: 9 Spt 6 cop 3/4
1737-34: v. Aart Cornelis Aartsz 5 cop 3/4
- Situatie: 10 Spt 4 cop 1/2
1743-34: Wed. Rut Jansz Timmer ipv 10 Spt 4 cop 1/2
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 03-10-1694: aangenomen op Belijdenis: Rut Jansen Timmer en Klaasien Jans (obijt 07-03-1695); echteluijden
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 28-12-1697: aangnomen op Belijdenis: Aeltien Cornelis, huijsvr. van Ruth Jansen Timmer
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Aan Huijse Eijnde; Rut Jansen Timmer en Aaltien Cornelis
-
ONA-3716A046; 29-08-1698: Testament van Geertie Gerrits Doorn weduwe van Jan Jaap Wijchertsz wonende binnen Huijsen benoemt tot universele erfgenamen voor elk 1/4 part Wijchert Jansen, Aaltien Jans, Jannetien Jans en Marritien Rutten nagelaten
dochter van Claasjen Jans, haar resp. kinderen en kintskinderen
-
ORA-184-3175; 05-06-1699: Doorgehaald Akte van bewijs Compareerden Geertje Gerrits Doorn weduwe van Jan Jacob Wijchertsz en Rut Jansz als getrout gehad hebbende Claesje Jans haar eerste comparants dochter en als vader en voogd van 1 kind bij
deselve Claesje Jans verwekt en nagelaten dat zij op 04-05-1696 ter presentie van Wijchert Jansz en Gerrit Gerritsz Doorn mede comparerende m.b.t. de nagelaten moederlijke goederen. n.l. dat voorn. Rut Jansz aan zijn voorn. kind zal nalaten: f
100,- en een bed.
Wijders verklaarden comparanten dat voorn. Geertje Gerrits Doorn aan Rut Jansz als wanneer hij met haer voorn. doghter Aeltje Jans soude trouwen ten huwelijk heeft beloofd een bed en 2 kussens en 2 deekens, 4 linnen lakens, 4 kussenbladen, 2
hooft lakens, 1 tafellaken, een koperen pot, en een koe offt f 50 aan geld
-
ORA-184-3175; 08-01-1700: Akte van bewijs. Rut Jansz Timmer als getrout gehadt hebbende Claesje Jans doghter van Jan Jacob Wijchertsz en Geertje Gerrits Doorn in haar leven echtelieden alhier, bekende nalatig te zijn geweest om op de wettige
wijse t.b.v. van sijn kint genaemt Marritje Rutten geprocreeert bij voorn. sijne huisvrou Claesje Jans zaliger wegens de nagelaten moederlijke goederen bewijs te doen: een somme van f 100:- nevens een bed en een behoorlijke opvoeding
-
ORA-184-3215A036; 06-12-1700: Compareerden voor Wijchert Jacobsz en Lucas Claesz Swart (chirurgijn) schepenen tot Huijsen; Aeltje Adriaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh woonaghtigh alhier, maakt machtigh Lambert Rijcksz Lustigh
jegenwoordigh schepen binnen dese dorpe, te doen verkopen landerijen als sij comparante op den 03-12-1700 soo in haer particulier en als erfgenaem van Jacob Cornelisz en als gemeen met Grietge Jaep/Jacobs Bouts, aen Jan Reijertsz Tullingh,
Wijchert Jansz Doorn, Claes Jan Aelten, ende Rut Jansz Timmer, publick tot huijsen verkocht (Zie A035)
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; Onder Eijnde; Rut Jansen Timmer en Aaltien Cornelis
-
ORA-184-3177; 20-10-1718: Jacob Tijmensz en Harmen Jacobsz als voogden over Marritje Rutten, bejaerde dogh innocente doghter van Claesje Jans Doorn, mede erffgenaem van Marritje Gerrits Doorn ... om onmin te voorkomen accoord gaan met de
arbitrage van drie advocaten .... voor compromisse oock vermelt staat de persoon van Ysaack Pietersz die nogh minderjarig is, en noijt geen vooghden heeft gehad binnen onsen dorpe (Zie Dopen 1A: geboren 15-07-1696: Isaak zoon van Pieter
Pietersz van Hoorn en Teuntien Hendricks Smit)
-
ORA-184-3177; 03-11-1719: Tot vooghden over de kinderen van Cornelis Jan Dominicusz weduwnaer van Jannetje Jans, werden gestelt Jacob Tijmensz en Rut Jansz Timmer
-
Kroniek L.R. Listigh-176-1527-Folio-203; 01-12-1720: Anno 1720, in de maant decemb: doen sterven alhier van Rut Jansen timmer negen koebeesten, aen de plage van pestilentie aff
-
ORA-184-3198A333; 11-06-1723; Compareerden voor Hendrik van Weerlanden schout mitsgaders Cornelis dirksz en Rutt Perk schepenen in Huijsen Jan Jansz Jonge als in huijwelijk hebbende Gerritje Cornelis, mitsgaders Eefje Cornelis, Biltje Cornelis,
Willem Cornelisz, Elbert Cornelisz, Neeltje Cornelis, Rutt Jansz Timmer als in huijwelijk hebbende Aaltje Cornelis, en verclaarde sij comparanten vercogt en mitsdesen ten vollen eijgendom te lederen en te transporteren aan de Hr. Jacobus van
Hoorn Predikant onder de protestante Mennisten tot Amsterdam seker huijs en erve staande en gelegen binnen dorpe belent Claas Pietersz Goijer ten Noorden en de Wed. Pieter Hendriksz Vos ten suijden; voor 459:-
-
ORA-184-3217A022; 25-10-1724: Laastelijk Wijgert Jansz Doorn alsmede Cornelis (Gerbertsz) Rebel getrouwt sijnde met Aaltje Jans Doorn, en Jan Willemsz Boer in huijwelijk hebbende Jannetje Jans Doorn, mitsgaders Jacob Tijmensz in qualt. als
voogd over Marritje Rutten dogter van Claasje Jans Doorn alle te samen kinderen en kindskind van Jan Jacobsz die een broer is geweest van Geertje Jacobs,
-
ORA-184-3178; 24-10-1732: tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Aefje Volkers in huwelijk verwekt bij Jan Jacob Aartsz gestelt Rut Jansz Timmer en Tijmen Jacobsz
-
ORA-184-3219; 16-04-1734: Rut Jansz Timmer (63) regerend schepen deses dorps, Jacob Wijgertsz Bakker (50) mede schepen, wijders Jan Willemsz Jonker (75), Lambert Willemsz Keijer (71) oud schepen en gewesene schaarmeester alhier, Claas Jacobsz
Schram (70) oud schepen alhier, Jan Jansz Swart (69), Jan Lambertsz Prins (67), Jacob Lubbertsz Baas (68), Claas Pietersz Goijer (67), Wessel Dirksz (64 Jaren), Jan Claas Dirksz (60 Jaeren), Lambert Willemsz Spilt (55) Jacob Harmensz (58)
gewesen schaermeester deses dorps, Rut Perk (55) oud schepen & laastelijk Dirk Hertog (50) gewesene schaarmeester deses dorps, alles erffGoijers, geboren en altoos gewoont hebbende en nog wonende binnen dese Dorpe Huijse exemt de voorn: Lambert
Willemsz Spilt die geboren is tot Lage Bussum alhier in Goijland, dog sijnde ook een erffgoijer en sedert veele Jaren mede gewoont hebbende en nog woonagtig alhier tot Huijsen
Dewelke alle gesamentlijk ter requisitie van de Buijrmeester van Blariucum en van de Buijrmeesteren van desen Dorpe enz. Betreft schaarrechten volgens oud gebruik
-
ORA-184-3201A320; 10-02-1747: Compareerden eerstelijk Jan Rutten Timmer en Tijmen Rutten Timmer mitsgaders Jan Jansz Boer in huijwelijk hebbende Lambertje Rutten Timmer en Jan Gijsbertsz Brasser getrouwt met Gerritje Rutten Timmer alle te samen
voor 9/10 portie erfgenamen van Rut Jansz Timmer en eijndelijk Pieter Melz Boor en Jacob Glijn als gestelde curators over de persoon van Marritje Rutten Timmer dewelke voor het overige 1/10 part erfgenaam is va haar vader de voorn Rut Jansz
Timmer, verklaarden gesamentlijk vercogt te hebben aan Jan Pietersz Schram 17 1/4 voet maatland gelegen Huijsermaat gemeen met Pieter Boor, belent Lambert en Ebbe Spilt ten suijden en de wed. Jacob Killewig ten Noorden voor f 200:5:
-
ORA-184-3180; 02-01-1767: Dirk (Cornelisz) Rebel als voor de / meede Erfgenaam over de handt van de door zijne Grootmoeder Maternel wijlen Geertje Gerrits Doorn in der tijd weduwe Jan Jaep Wijgertsz bij Testament dd 29-08-1698 gepasseert voor
Nots Joan Bosch te Naarden, aen nu meede wijlen Marritje Rutten (Timmer) met de last van fidei commis nagelaten goederen, mitsgaders nogh als voor de / meede erfgenaem over de hand van de door zijne overleeden oom Wijgert Jansz Doorn bij
Testament dd 03-06-1739 voor Nots Hendrik Thierens binnen Huijsen gepasseerd aen voornoemde wijlen Marritje Rutten, CONTRA
- Dirk Boor en Jacob Glijn geweest zijnde Curators over de persoon van voorn. wijlen Marritje Rutten en Jan Jansz Boer als voor de wederhelft (/) meede Erfgenaem van de goederen van wijlen Marritje Rutten, mitsgaders Jan Gijsbertsz Brasser
gehuwd met Gerritje Rutten Timmer en Jan Rutten Timmer zijnde (Gerritje en Jan) de halve suster en broeder van 's vaders zijde van voornoemde Marritje Rutten,
- Lambert Willemsz Vos gehuwd met Geertje Jans Boer, voorts Jan Jansz Boer en Gerbert Bouman als voogden over Aeltje Jans Boer, zijnde (Geertje en Aaltje) de nagelaten kinderen van wijlen Lammertje Rutten Timmer in egt verwekt aen voorn: Jan
Jansz Boer, Pieter Isacsz Vlug gehuwd met Aeltje Tijmens Timmer, Lammert Koog en Jan Jansz Boer als voogden over Geertje Tijmensz Timmer zijnde (Aeltje en Geertje) kinderen kinderen van wijlen Tijmen Rutten Timmer in huwelijk verwekt aan wijlen
Aefje Cornelis en zijnde meede erfgenamen van haar overleeden halve suster van 's vaders zijde de na te meldene Tijmentje Tijmens Timmer, en
- Laestelijk Diaconen van de Gereformeerde gemeente te Huijsen, mitsgaders nogh de Armmeesteren van den zelve dorpe, als alimenterende Nelletje, Rutje, Grietje, Hendrik, Neeltje en Rut Tijmensz Timmer zijnde de nagelaaten kinderen van voorn.
wijlen Tijmen Rutten Timmer in huwelijk verwekt bij Gijsbertje Hendriks, welke kinderen ab intestato mede erfgenamen zijn van haere overleeden suster Tijmentje Tijmens Timmer en nog als alimenterende voornoemde Gijsbertje Hendriks, als met en
benevens voorn. haare kinderen, en gedagte Aaltje Tijmens Schipper Timmer en GeertjeTijmens Timmer meede erfgenaem ab intestato van derselve overleden doghter Tijmetje Tijmens Timmer, welke voornoemde Lambertje Rutten Timmer en Tijmen Rutten
Timmer in der tijd neevens Jan Rutten Timmer en Gerritje Rutten Timmer zijn geweest de halve suster en broeders van vaders zijde van Marritje Rutten; en zijnde dus voornoemde Gerritje Rutten Timmer, Jan Rutten Timmer, Geertje Jansen Boer,
Aeltje Jansen Boer, Aeltje Tijmens Timmer, Geertje Tijmensen Timmer, Nelletje, Rutje, Grietje, Hendrik, Neeltje en Rut Tijmensz Timmer en voornoemde Gijsbertje Hendriks tot de onbelaste goederen van voornoemde Marritje Rutten geregtigd.
Genoemde Marritje Rutten nagelaten doghter van Claesje Jans (Doorn),
tr. (1)
met Claesje Jans Doorn.,
tr. (2) op 06-05-1696 te Huijsen; Impost 2 x f 3,- = f 6,-.
- Moeder:
Aeltien Cornelis , dr. van Cornelis Cornelis Cornelisz en Lambertje Elberts Vos,
geb. op 29-03-1676 te Huijsen; vader Mennist,
ged. Gereformeerde Gemeente op 29-03-1676 te Huijsen; getuige Jacob Elbrighs / Elbertsz,
Vader: Mennist; Moeder: Gereformeerd,
ovl. op 01-10-1745 te Huijsen,
begr. op 01-10-1745 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 6,-,
, -
AALTJE CORNELIS ; DE WEDUWE RUT JANSZ TIMMER
Huizen Koptienden (1743-34 1745-34):
1743-34: Wed. Rut Jansz Timmer ipv 10 Spt 4 kop 1/2
MOGELIJK:
1746-34: op Jan Jansz Boer 2 Spt 2 kop 1/4
1746-34: op Jan Rutten Timmer 2 Spt 3 kop 1/2
1746-35: op weeskind Rut Jansz Timmer 1 Spt 1/2
1746-38: Tijmen Rutten Timmer 2 Spt 2 cop 3/4
1746-39: op Jan Gijsbert Brasser 2 Spt 3 kop 1/2
-
Huizen; DTB-1A, Dopen: 29-03-1676: Aeltien, Vader Cornelis Cornelisz mennist sijnde, moeder lidmaat van dese Kercke; getuige Jacob Elbrightsz
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 03-10-1694: aangenomen op Belijdenis: Rut Jansen Timmer en Klaasien Jans (obijt 07-03-1695); echteluijden
-
ONA-3715A51; 18-01-1696: Testament Cornelis Cornelisz en Lambertien Elberts echteluijden binnen huijsen; benoemen Aafje Cornelis, Beletien Cornelis, Willem Cornelisz en Elbert Cornelisz mitsgaders Gerretien, Neeltien en Aaltien Cornelis alle
kinderen van haar testateuren ieder voor 1/7 part; getuigen Jan Teeuwisz en Pieter Hendricksz Vos
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 28-12-1697: aangnomen op Belijdenis: Aeltien Cornelis, huijsvr. van Ruth Jansen Timmer
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Aan Huijse Eijnde; Rut Jansen Timmer en Aaltien Cornelis
-
ORA-184-3198A333; 11-06-1723; Compareerden voor Hendrik van Weerlanden schout mitsgaders Cornelis dirksz en Rutt Perk schepenen in Huijsen Jan Jansz Jonge als in huijwelijk hebbende Gerritje Cornelis, mitsgaders Eefje Cornelis, Biltje Cornelis,
Willem Cornelisz, Elbert Cornelisz, Neeltje Cornelis, Rutt Jansz Timmer als in huijwelijk hebbende Aaltje Cornelis, en verclaarde sij comparanten vercogt en mitsdesen ten vollen eijgendom te lederen en te transporteren aan de Hr. Jacobus van
Hoorn Predikant onder de protestante Mennisten tot Amsterdam seker huijs en erve staande en gelegen binnen dorpe belent Claas Pietersz Goijer ten Noorden en de Wed. Pieter Hendriksz Vos ten suijden; voor 459:-
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 01-10-1745: Aaltje Cornelis: f 6,-.
>